Wat nou als we ons energiesysteem weer zien als een nutsvoorziening?

Gedurende een groot deel van de 20e eeuw was onze energievoorziening een publiek goed. In de Paarse kabinetten van de jaren '90 kwam daar verandering in en sinds 2004 is de energiemarkt (vrijwel volledig) geliberaliseerd. Maar wat nou als we energie weer zien als een publieke voorziening? Zou energie weer betaalbaarder maken en zou het de energietransitie helpen?
De jongvolwassenen van nu weten niet beter, maar nog niet zo lang geleden was energie iets wat werd geregeld door de overheid. Een overblijfsel van dat tijdperk is kerncentrale Borssele. Hoe het eigendom daar precies zit vond de jongerenclub van GroenLinks op hun afgelopen congres "een lastig verhaal", maar zo moeilijk is het niet.
Borssele wordt gerund door EPZ, die zowel uitbater als eigenaar is. EPZ is op hun beurt weer eigendom voor 70% van PZEM en voor 30% van RWE. Van die laatste zul je weleens hebben gehoord, dat is een Duitse commerciële partij. PZEM staat voor "Provinciale Zeeuwsche Electriciteits-Maatschappij" en de aandeelhouders hiervan zijn de Zeeuwse gemeenten en de provincie. Borssele is dus grotendeels publiek bezit.
Dit is overigens nog de uitzondering en een constructie die bewust is gekozen om de kerncentrale expliciet in Nederlandse handen te houden. Maar tot de jaren 1990 had elke provincie een eigen elektriciteitsmaatschappij. In Limburg bijvoorbeeld, waar ik woon, had je de PLEM die in 1909 was opgericht. In de neoliberale periode van de jaren '90 volgde uiteindelijk een fusie met de PNEM (Noord-Brabant), EPZ en EDON (Oost- en Noord-Nederland) tot Essent (hey, die kennen we weer), een bedrijf die tegenwoordig eigendom is van het Duitse E.ON.
Ok, misschien is het inderdaad een wat lastig verhaal. De kern echter is dat dit allemaal heel recente ontwikkelingen zijn en, belangrijk, een bewuste politieke keuze vanuit het idee dat opkwam in het tijdperk van het "einde van de geschiedenis" dat de markt het allemaal zoveel beter en efficiënter kon.
Inmiddels zijn we ruim een kwart eeuw verder. In 2022-23 kenden we een heuse energiecrisis, waarin deze markt op hol raakte vanwege de Russische oorlog in Oekraïne. Consumenten werden opeens geconfronteerd met rekeningen die meermaals over de kop gingen. Ondanks dat deze crisis (voor nu) bezworen is, legde het wel een groter probleem bloot. De NOS rapporteerde op 30 mei nog dat de energieprijzen vanwege de transitie blijvend zullen stijgen: van €400 nu naar €1100 over 15 jaar voor alleen de verbinding met het elektriciteitsnet (het zogeheten 'vaste recht').
Ook de industrie voelt de steeds hogere energieprijzen als een steeds zwaardere molensteen. Wederom dichtbij huis overweegt het Saoedische Sabic zich terug te trekken uit het grote Chemelot-industrieterrein. Als Sabic vertrekt - hoewel ze 'slechts' 40% van het terrein beslaan, zijn alle andere bedrijven afhankelijk van hun activiteiten - betekent dat het einde aan vele tienduizenden banen die direct of indirect van Chemelot afhankelijk zijn. En wat voor Chemelot geldt, geldt ook voor Tata, voor DOW, voor Yara, voor... De deïndustrialisering van ons land ligt dichterbij dan je wellicht denkt.
Klimaatoptimaal
Recent kwam een rapport beschikbaar van onafhankelijk adviesbureau Clean Energy & Co die stelt dat een 'klimaatoptimaal' energiesysteem met 95% kernenergie in de mix tot wel 75% minder investeringen leidt in de infrastructuur (50 miljard in plaats van 195 miljard Euro). Dit betekent ook minder onderhoud, minder vervanging... een in het algemeen goedkoper energiesysteem.
Durf te dromen! Geen enkel eerder onderzoek heeft een scenario uit durven rekenen met een maximalistische visie voor kernenergie. De resultaten zijn dan ook opmerkelijk. Waar blijft de landelijke belangstelling?
Er is een probleem met deze kijk. Stel, we gaan inderdaad voor de 95% kernenergie in onze stroommix tegen 2050, iets wat neerkomt op 40(!) grote EPR reactoren als we uitgaan van de 500+ TWh die we volgens het Nationaal Plan Energiesysteem tegen die tijd aan elektriciteit nodig zouden hebben, wie gaat deze bouwen?
Afgelopen maand stuurde minister Hermans van KGG een voortgangsbrief naar de Tweede Kamer over de gewenste kerncentrales. Wat viel onder meer op? De 100% overheidsdeelneming. Blijkbaar zijn private partijen niet geïnteresseerd in het mede-financieren van deze centrales. Daardoor is de eerdere €14 miljard, bedoeld om private partijen over te halen te investeren, nu gestegen tot €30 miljard. Voor twee reactoren welteverstaan.
Dit duidt op een dieper liggend probleem: de markt is erg schuw om te investeren. Steeds meer wind-op-zee projecten worden uitgesteld of afgeblazen. Denemarken, pionier op dit gebied, bevroor afgelopen januari nog haar plannen voor het 3,3 GW Bornholm project. En dit is slechts één voorbeeld uit een lijst die steeds verder groeit. De reden? Stijgende kosten en steeds minder subsidie. Blijkt Rutte toch een punt te hebben gehad dat windturbines vooral draaien op subsidie...
Zoals ik eerder heb betoogd is de discussie over kosten irrelevant: we willen naar een nul-uitstoot energiesysteem en daarbij hoort voldoende maar ook betrouwbare energie te zitten.
En laat zon en wind dat nou net niet zijn. De capaciteitsfactor van zonne-energie in Nederland is 9%, dat van wind-op-land 25% en wind-op-zee 45%. De vraag blijft daarmee wat we doen als de zon niet schijnt of de wind niet waait? Het antwoord daarop luidt: aardgas. Dat maakt dingen duur.
Dat zit zo: we hebben de markt zo ingericht dat de energiebronnen met de goedkoopste operationele kosten voorrang krijgen op het net, de zogenaamde merit order. Dat zijn in de regel zon en wind. Dit is eigenlijk een permanente, en vrij dure, vorm van verscholen subsidie, zo verpakt dat het goedkoop is voor de markt, niet voor de consument. Het is duur omdat aardgas, dat juist heel duur is, altijd moet kunnen bijspringen als zon en wind het laten afweten en dus permanent op standby staat. De kWh-prijs op de energiemarkt wordt in de regel dus bepaald door de gasprijs, niet door de prijs van zon- en wind. De hoge winsten verdwijnen in de zakken van de eigenaren van de zonne- en windparken, wat overigens vooral buitenlandse investeerders zijn. De hoge prijzen komen voor rekening van de consument.
Paradoxaal genoeg is het óók duur omdat als er veel meer zon en wind is dan we kunnen gebruiken op het netwerk, de prijzen negatief raken. Dit is prachtig nieuws voor individuele consumenten die een flexcontract hebben, maar het is funest voor de eigenaar van een zonne- of windpark en op een gegeven moment ook een belemmering om nog verder te investeren.
Dat laatste komt omdat zon en wind deels hun eigen concurrenten zijn. Windparken in Denemarken worden steeds vaker afgeschakeld omdat, op momenten, Deense zonnepanelen teveel stroom opwekken. De capaciteitsfactor van wind-op-zee is daardoor bij hun gezakt tot beneden de 40%.
De markt piept en kraakt dus, terwijl we pas zitten op 20% van de opdracht. Sterker, in een recent interview van de podcast van Michael Liebreich wordt beweerd dat het verschonen van de laatste 20% van het elektriciteitssysteem wereldwijd 65.000 miljard Dollar zou kosten. En elektriciteit is slechts een (klein) deel van de energieconsumptie!
Dit brengt me terug bij m'n opening: als de vrije markt de beloftes niet waar kan maken, wat let ons om terug te gaan naar een energiesysteem als nutsvoorziening? Binnen de EU is dit niet uniek, zo heeft Frankrijk een genationaliseerde energievoorziening in de EDF. Niet toevallig heeft Frankrijk ook een van de schoonste elektriciteitsnetten van Europa, waar het in 2024 alleen moest buigen voor Zweden. Ook niet toevallig is dat zowel Zweden als Frankrijk allebei leunen op stabiele schone energiebronnen: kernenergie en waterkracht.
Waterkracht zal in ons vlakke polderlandschap niet een grote factor van betekenis kunnen zijn, maar kernenergie des te meer en de overheid kan hier een cruciale rol spelen. Zoals we weten is kernenergie de goedkoopste vorm van energie op de lange termijn en de overheid hééft die langetermijnblik. Ja, het bouwen van kerncentrales kan duur zijn, zeker ook vanwege de rentelasten op de leningen, maar juist een overheid kan een lage rente bedingen, en zo vele miljarden besparen per reactor.
Willen we dus nu investeren in een relatief snelle route naar nul CO2 en daarbij dus naast zon- en wind- óók inzetten op kernenergie? Dan is de overheid de ideale partij hiervoor. Willen we op termijn naar een klimaatoptimaal én kostenefficiënt energiesysteem dat inzet op kernenergie als het rotsvaste fundament voor ons energiesystem? Ook dan is de overheid de logische keus om dit voor elkaar te krijgen.
Het wordt tijd afscheid te nemen van de dogmatiek in politiek Den Haag over de vrije markt. Uiteindelijk is het gewoon zinnig om ons energiesysteem op dezelfde wijze te zien als ons wegennet: een publieke voorziening waar we met z'n allen trots op zijn als een van de beste ter wereld.
Op naar niet vier, maar 20 grote kerncentrales tegen 2050. Op naar 40 grote kerncentrales én 100 SMR's voor de industrie tegen 2100. Overheid, doe je ding en schaf die markt af.
Waardeer je dit gratis artikel? Steun me met een eenmalige donatie of abonneer je zodat je alle content ziet. Dankjewel!